donderdag 7 augustus 2014

FELICIEN ROPS

Félicien Joseph Victor Rops (Namen7 juli 1833 - Essonnes23 augustus 1898) was een Belgisch graficusschilder en karikaturist. Zijn werk is veelal satanistisch en licht pornografisch getint. De vrouwenfiguren, die de verleiding en het Kwaad personifiëren, zijn doorgaans gemodelleerd naar de Vlaamse meisjes waar Rops zo verzot op was.
Rops leefde in een tijd waarin de kerkelijke overtuigingen en dogma's door het opkomende rationalisme flink 'onder vuur lagen'. Op jonge leeftijd bezocht Rops een jezuïetenschool. Hij maakte al vroeg satirische prenten waarin hij de hypocrisie van de kerk aan de kaak stelde. Dit soort prenten publiceerde hij bijvoorbeeld in het blad Uylenspiegel, dat hij met geërfd geld in eigen beheer uitgaf toen hij in Brussel studeerde.
Zijn verdere leven bracht hij voornamelijk in Wallonië (onder meer in de Colonie d'Anseremme) en Frankrijk door.
Op latere leeftijd onderhield Rops nauwe contacten met symbolistische dichters. Hij illustreerde meerdere uitgaven, bijvoorbeeld: Les épaves, een selectie uit Baudelaires Les Fleurs du mal.
Rops koesterde zijn onbekendheid en wilde niet beroemd zijn bij de massa van zogenaamd nette en eerlijke mensen, waar hij op neerkeek en van walgde.

Mijn ziel zit opgesloten in mijn lichaam zoals een uitgehongerde tijger in een stalen kooi en mijn vreselijke hartstochten brullen net als hij. Iedereen lijkt me zo klein en armzalig, zonder enige klasse, handelsreizigers in hun armzalige erotiek.
Félicien Rops

James Ensor noemt hem ‘un cornichon’, maar voor Charles Baudelaire is hij ‘le seul véritable artiste que j’ai trouvé en Belgique’. Wanneer Félicien Rops op zijn dertigste een meester van de graveerkunst is, trekt hij naar Parijs. Daar ontmoet hij Auguste Poulet-Malassis, een van de belangrijkste uitgevers van het moment. Voor hem is Rops meer getalenteerd dan eender wie van zijn generatie, en de bestellingen voor boekillustraties volgen: Mallarmé, Verlaine en vooral Baudelaire, met wie Rops een hechte band heeft. Want ook de dichter is geobsedeerd door het beeld van ‘een man die het lichaam van zijn minnares alle bedwelmingen schenkt die zijn mond maar kan bedenken of twee vrouwen die elkaar bedelven onder kussen…’ En Félicien Rops voegt de daad bij het woord. In 1869 ontmoet hij de twee jonge modeontwerpsters Léontine en Aurélie Duluc. Hij is hopeloos verliefd op beide meisjes, kan niet kiezen en leeft met de twee zusjes in een gedroomde ‘ménage à trois’: Léontine schenkt hem een dochter, en Aurélie een zoon, die slechts enkele dagen zal leven. Rops is een gelukkig man en een gevierd kunstenaar. ’s Avonds flaneert hij langs de ‘Boulevard des Italiens’ met zijn vrienden Baudelaire, Courbet en Degas en hij geniet in Parijs met volle teugen van ‘het immer levendig en artistiek geestdriftig leven, het ware moderne leven’.
In een brief van 1879 speelt Rops met het idee om voor zijn erotische schilderij ‘Pornokrates’ luikjes te laten aanbrengen zodat het onttrokken kan worden aan de blikken van een publiek dat er niet klaar voor is. Alleen de ‘echten’ mogen het werk ‘in levenden lijve’ zien. In 1955 vraagt Jacques Lacan aan André Masson om een scherm te schilderen voor Courbets ‘L’Origine du Monde’… ‘L’histoire se répète.’





Felicien Rops

"Pornokrates" - Felicien Rops

"Pornokrates"
Felicien Rops



"The Temptation of Saint Anthony" - Felicien Rops
"The Temptation of Saint Anthony"
Felicien Rops

"Death at the Ball" - Felicien Rops
"Death at the Ball"
Felicien Rops

"In de coulissen"




"De dame met de ledenpop"


File:Félicien Rops - L'entr'acte de Minerve.jpg
L'entr'acte de Minerve


Felicien Rops, herhaling
"Herhaling"

http://www.museerops.be/




Provinciaal museum Félicien Rops

Provinciaal museum Félicien Rops
© Jean-Luc Laloux
  • Adres:

    Rue Fumal 12 
    5000 NAMUR
     



Het museum is ondergebracht in een oud herenhuis in het hartje van het oude Namen, vlakbij het geboortehuis van de kunstenaar (1833-1898). Alle belangrijke thema's, aangesneden door Rops, komen er aan bod (de vrouw, de liefde, de begeerte en de dood), vanaf het begin van zijn carrière als tekenaar van spotprenten in Brussel tot aan zijn bevestiging in Parijs. Regelmatig staan er tijdelijke tentoonstellingen over de 19de eeuw en de tekenkunst op het programma. Het museum geeft ook talrijke publicaties 
uit.