Biografie | |
Oliver Norvell Hardy (1892-1957)Biografie zonder de duojaren met Stan Laurel |
|
In de Laurel en Hardy-literatuur is het meestal Stan Laurel die er wordt besproken. Laurel wordt over het algemeen gezien als de creatieveling van de twee, de acteur met het komische brein. Er wordt dan ook wel eens beweerd dat indien Hardy zijn partner Laurel niet had ontmoet, hij al vlug zou hebben afgedaan als acteur, dat hij zich enkel door toedoen van Laurel heeft kunnen ontplooien tot wat hij uiteindelijk geworden is. Is dit wel zo? Wie zal het zeggen. We hoeven het niet te weten.
Norvell Hardy werd geboren op 18 januari 1892 in Harlem, in de zuidelijke Amerikaanse staat Georgia. Zijn vader heette Oliver Hardy en was advokaat, gehuwd met Emily Norvell. Norvell Hardy woog 7 kilo bij de geboorte.
Zijn vader overleed toen hij 18 maanden oud was. De jongen nam later de voornaam Oliver aan als respect voor zijn vader die hij nooit gekend had. Hij had nog twee oudere stiefbroers en twee stiefzusters, kinderen uit het eerste huwelijk van zijn moeder. Na het overlijden van vader verhuisde het gezin naar Milledgeville in Georgia, waar zijn moeder een hotel kocht. De jonge Oliver deed er vooral aan ‘lobby watching’. Zittend in het hotel observeerde hij er uren aan een stuk de hotelgasten. Het leerde hem veel , wat nuttig bleek later bij het spelen van verschillende typetjes.
In het gezin werd vaak gezongen. Hardy beschikte over een aardige tenor-zangstem. Trouwens, als scholier was het zijn grootste wens om zanger te worden. Aan het conservatorium in Atlanta (Atlantic Conservatory of Music) volgde hij er zanglessen. Hij zong in 1906 in een bioscoop in Atlanta bij dia's ,een gewoonte bij filmvoorstellingen in het zuiden van de Verenigde Staten.
De achttien-jarige Hardy opende in 1910 met financiële steun van zijn moeder, een kleine bioscoop in Milledgeville. Daarmee was hij ongetwijfeld de jongste bioscoopdirecteur in Amerika. Hij was manager, operateur en bij gelegenheid zanger.
Eind 1913 verkocht hij zijn bioscoop en trok naar de studio’s van Lubin Motion Pictures in Jacksonville in Florida. Hij kon er meteen beginnen. Oliver Hardy assisteert de cameramannen, helpt regisseurs, sjouwt met requisieten en decorstukken. Hij leert in korte tijd het vak en wordt helemaal opgenomen in de Lubin-ploeg. Uiteindelijk maakte hij er film na film. Oliver speelde hij er vaak de ‘heavy’ : elk belangrijk komiek had een grote zware vent als tegenspeler. (Charlie Chaplin had zelfs twee ‘heavies’: Swain en Campbell). Hardy woog gemiddeld zo'n 125 kilo en mat 1m86. Met zo’n postuur was hij de ideale schurk: stoppelbaard, zware wenkbrauwen. Ook politieagenten behoren tot zijn rollenlijst.
Twee shorts die nog bestaan zijn ‘The Paperhanger's Helper’ en ‘Hop To It, Bellhop’. Hardy had als tegenspeler de magere Bobby Ray, waarmee Hardy een duo vormde. Hoewel Ray qua uiterlijk niets weg had van Stan Laurel, is in deze film al merkbaar dat Oliver Hardy's talent volledig naar boven komt als hij met iemand kan samenwerken. Die Ray-en-Hardy-films waren weliswaar echte ‘dijenkletsers’, maar misten de warmte en klasse die de Laurel-en-Hardy-films kenmerken.
De oorsprong van de naam ‘Babe’ stamt uit 1914. Als lid van de Lubin-gemeenschap laat hij zich knippen en scheren bij de plaatselijk kapper, een Italiaan. Terwijl deze Hardy aan het scheren was, mompelde hij met een Italiaans accent constant: ‘nice-a baby, nice-a baby ...’. Wachtende klanten die werkten bij de Lubin-studio, veranderden ‘baby’ tot ‘Babe’, een naam waaronder Hardy van toen af bij collega's en vrienden bekend zou blijven. Zelfs zijn vrouw Lucille noemde hem zo. Ook op het filmdoek werd hij op die manier aangekondigd.
Hardy vertrok in 1917 naar New-York waar hij speelde in Billy West-comedies. West was een Chaplin-imitator, en Oliver imiteerde op zijn beurt Chaplins ‘Heavy’, Eric Campbell. Hij speelde er ook voor Gaumont, Pathe, Edison en Viragraph. Bij Vitagraph is hij boef in Larry Semon-comedies.
Oliver Hardy was ruim tien jaar acteur wanneer hij eind 1924 gevraagd werd door Hal Roach. Hij had dan ruim tweehonderd films op zijn naam staan, weliswaar zonder een vaste plaats als solo-speler. Hij was steeds tegenspeler geweest van komieken als Larry Semon ,Billy West, Bobby Ray en Jimmy Aubry. Films trouwens, die reeds lang zoek of verdwenen zijn. Ook bij Roach werd hij binnengehaald voor bijrollen in films als ‘Rex,king of The Wild Horses’ en kluchten van Charley Chase als ‘Fluttering Hearts’, ‘Crazy Like a Fox’ en ‘Long Fliv the King’.
De eerste film waarin hij bij Hal Roach acteerde was ‘ Yes Yes Nanette’ en werd geregisseerd door Stan Laurel. In 1917 was Hardy Stan Laurel al een keer tegengekomen als tegenspeler in de één-akter ‘The Lucky Dog’ van Gilbert M. Anderson. Hardy speelde bij Roach in 1927 voor het eerst met Laurel in één en dezelfde film, namelijk ‘Duck Soup’.
Oliver Hardy was driemaal gehuwd. Zijn echtgenoten waren: Madelyn Saloshin (1913 tot 1917), Myrtle Lee Reeves (1921 tot 1937) en Lucille Jones die hij huwde in 1940 en die uiteindelijk ook zijn weduwe zou worden. Oliver Hardy had geen kinderen.
Madelyn Saloshin was een pianiste die hij als zanger had leren kennen in zijn variete-tijd in Georgia.
Hardy had ook een buitenechtelijke relatie met ene Viola Morse met wie hij zich in het openbaar vertoonde. Zijn vrienden en collega's hadden verwacht dat hij na zijn scheiding met Myrtle Lee Reeves zou trouwen met Viola maar hij brak met haar toen hij in 1939 bij de opnamen van 'The Flying Deuces' script-girl Lucille Jones ontmoette die zijn derde en laatste vrouw zou worden.
Buiten de studio hield Oliver Hardy zich het liefst bezig met kaartspelen, gokken op de paardenraces, lekker eten en een smakelijk glas wijn. Hij keek graag naar bokswedstrijden en was een bekwaam en verwoed golfspeler. Hij toonde weinig interesse voor montage, dialogen en andere creatieve afwerking van de L&H-films. Dat liet hij rustig over aan anderen en dan vooral aan Stan Laurel.
Oliver Hardy overleed op 7 augustus 1957 aan een beroerte. Zijn weduwe, Lucille Jones hertrouwde in 1960 met zakenman Ben Price en stierf in 1987 aan kanker.
Op het terrein van het Valhalla Memorial Park Cemetery in Hollywood vinden we een simpele steen plat in het gras met daarop de eenvoudige tekst: 'OLIVER N. HARDY , Beloved Husband, 1892-1957.'
Zijn vrouw Lucille citeerde na zijn overlijden wat ze jaren daarvoor door een toevallig passerende heer over Oliver hoorde zeggen: ‘He was a gentleman. He was a gentle man (Hij was een heer.Hij was een zachtaardig, vriendelijk man)’.
In 1977 werd door de internationale Laurel en Hardy-broederschap, Sons of the Desert een gedenkplaat in het Valhalla Memorial Park Cemetery in Hollywood geplaatst met daarop: ‘OLIVER HARDY (1892-1957) Een geniale komiek. Zijn talent bracht vreugde en hilariteit voor iedereen.’
Oliver Hardy deed tijdens zijn carrière mee in ruim 340 films, de films met Stan Laurel meegerekend. Van zijn solofilms, allemaal gedraaid op het uiterst brandbare en vergankelijke nitraatmateriaal, is minder dan een kwart bewaard gebleven.
|
Geen opmerkingen:
Een reactie posten